nieuwsbericht-wl-groep-ict-zorg-2023-1232-x-400

In de juni-editie van het magazine ICT/Zorg werd de WilgaerdenLeekerweideGroep geïnterviewd over hun kijk op zorg en zorgtechnologie. Een interessante long read:  

Nog niet zo lang geleden werden zorgbreed maatregelen als cameratoezicht in een woning gezien als vrijheidsbeperkend. Maatregelen dus waar je uitermate voorzichtig mee moest zijn. Hoe anders is dat bij organisatie voor ouderen- en gehandicaptenzorg WilgaerdenLeekerweideGroep, waar in overleg met bewoners en familie camera’s juist worden toegepast om de vrijheid van bewoners te vergroten. Tom van Baar en Nico van Yperen nemen ons mee in de reis die de organisatie aflegt op weg naar datagedreven werken.

WilgaerdenLeekerweideGroep, kortweg WLGroep, is in 2020 ontstaan door een fusie van twee zorgorganisaties in West-Friesland. De nieuwe organisatie biedt vrijwel alle denkbare vormen van zorg en ondersteuning aan iedereen die zorg nodig heeft, van ouderen en mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking tot kwetsbare gezinnen en mensen met mentale problemen. De visie van de ICT-afdeling is dat technologie moet bijdragen aan het realiseren van de belangrijkste organisatiedoelstelling: aansluiten bij de behoeften van de cliënten.

Die behoeften verschillen nogal, zegt Nico van Yperen, als projectleider onder meer verantwoordelijk voor de uitrol van alle zorgtechnologie op de locaties. “Ik leg mijn oor goed te luisteren bij de medewerkers. Zij kennen hun cliënten het best en zij weten welke taken veel tijd kosten. Ik laat zien welke technologie er allemaal beschikbaar is en draag ideeën aan. De managers en medewerkers beslissen zelf van welke technologie ze gebruik willen maken. We laten ons leiden door de zorgvraag en niet door de technologische mogelijkheden.”

Er is een groot verschil in benadering tussen de verschillende organisatieonderdelen. In de gehandicaptenzorg wordt bij ons bijvoorbeeld veel gewerkt met ‘uitluisteren’, terwijl in de ouderenzorg vaker sensoren en spreekluisterverbindingen worden toegepast. In de nieuwe fusieorganisatie liggen dan ook mogelijkheden om van elkaar te leren.

Privacy schaden of bevorderen?
Binnen de WLGroep loopt de intramurale ouderenzorg voorop als het gaat om de inzet van technologie. De ontwikkelingen gaan snel, net als het denken over technologie, constateert Tom van Baar, verantwoordelijk voor de zorginfra-projecten. “Toen ik zes jaar geleden bij ouderenzorgorganisatie Wilgaerden begon, hadden de woonkamers in de verpleeghuizen en aanleunwoningen een spreek-luisterverbinding via een kastje aan de muur, in combinatie met een pols- of halssensor. De oproepen kwamen binnen op een DECT-telefoon, die maar één oproep tegelijkertijd kon beantwoorden. Dus er ontstonden regelmatig wachtrijen.”

De vaste leverancier Verkerk Service Systemen toonde tijdens een demo de voordelen van werken met multisensoren in de appartementen. “Maar onze eerste gedachte was: oei, dan leveren bewoners wel erg veel privacy in”, zegt Van Yperen. Toch merkte hij in de gesprekken met medewerkers ook wat anders. “Zij vertelden dat er best veel bewoners waren die ’s nachts onrustig zijn. Het beleid was dan om iedere paar uur te gaan kijken of die persoon in bed lag. Soms maakten ze daarbij onbedoeld een bewoner wakker, wat de nachtelijke onrust eerder aanwakkert dan tempert.”

De multisensoren kunnen camerabeelden maken, maar je kunt ze ook alleen inzetten om bewegingen te registreren, bijvoorbeeld wanneer een bewoner het bed uit gaat. De sensor geeft dan een signaal aan een medewerker, zonder ondersteunende beelden. Een prima eerste stap, zo bleek al snel in de praktijk. Van Yperen: “De oplossing sloot goed aan bij onze denkwijze over privacy van destijds. Daarnaast zette het ook een discussie in gang. Want de nachtzorg vroeg op een gegeven moment: als wij de beelden zouden kunnen zien, weten we of we een kamer wel of niet in moeten gaan. Als een bewoner alleen maar even naar het toilet gaat en wij komen op dat alarm af, dan bevordert dat de privacy niet, maar zorgt juist voor inbreuk erop.”

Dit was het startsein voor intensieve gesprekken tussen bewoners, hun mantelzorgers en de zorgmedewerkers: op welke manier zouden multisensoren op basis van beelden wél ingezet kunnen worden, zodanig dat ze de vrijheid en privacy van bewoners niet schaden maar juist bevorderen? Het nieuwe beleid is sindsdien: als bewoners en/of hun familie graag willen dat een zorgmedewerker kan meekijken omdat dat hen een gevoel van veiligheid geeft, dan gebeurt dat. Wil de bewoner of familie dat niet, dan wordt die mogelijkheid in het systeem uitgeschakeld.

Daarbij zijn er veel opties mogelijk, zoals het blurren van beelden, het uitsluitend kunnen bekijken van beelden binnen een vastgesteld tijdsframe of uitsluitend wanneer er een sensormelding is. De multisensor schakelt zichzelf uit wanneer zorgmedewerkers of bezoek op de aanwezigheidsknop drukken. Bovendien worden camerabeelden die gemaakt worden in een appartement nooit opgeslagen. De cliënt of diens vertegenwoordiger heeft altijd het laatste woord. De gemaakte afspraken worden vastgelegd in het zorgdossier.

Zorg op maat
Het leidt tot veel beter op de bewoner afgestemde zorg. Van Yperen geeft een voorbeeld: “Er kwam een dame bij ons wonen die thuis gewend was om er ’s nachts één keer uit te gaan, naar de huiskamer te lopen en dan een appeltje te schillen en vervolgens weer naar haar kamer om verder te slapen. Toen ze wegens haar dementie bij ons kwam wonen, probeerden onze medewerkers haar tijdens zo’n wandeling door de gang weer snel naar bed te krijgen; zij wisten niets van dat nachtelijke ritueel. Die interventie zorgde eigenlijk alleen maar voor onrust. Toen we de algemene camerabeelden op de gang en de huiskamer voor nachtdienstmedewerkers toegankelijk maakten, zagen zij wat die bewoonster deed: een appeltje schillen en opeten. In gesprek met haar dochter bevestigde zij dat haar moeder dat al jaren deed. Nou, dan moeten wij dat niet willen veranderen, was de conclusie van de medewerkers. Laat mevrouw maar lekker haar eigen gang gaan.”

Een andere verbetering is om de oproepen niet te laten binnenkomen op een DECT-telefoon, maar via een app op de smartphone, genaamd Sherpa. Alle zorgmedewerkers hebben die app op hun telefoon. In de achterliggende applicatie wordt aangegeven wie wanneer dienst heeft en van welke bewoner een medewerker de beelden mag bekijken. Medewerkers kunnen sommige instellingen zelf via de app aanpassen als de situatie daarom vraagt. Van Baar: “Stel dat er op een bepaalde afdeling één nachtverpleegkundige aanwezig is en iemand op die afdeling wordt zo ziek dat die verpleegkundige daar de handen aan vol heeft. Dan kan hij of zij eenvoudig via de app doorschakelen naar een collega. Dat geeft veel flexibiliteit in de manier waarop je in de nacht je personeel inzet.”

Een andere functie van de app is het op afstand zien wie er voor de entree van een gebouw staat en de deur openen. Dat is vooral handig op momenten dat er niemand bij de receptie zit, zoals in de avond en nacht. Van Yperen: “Voorheen moest een medewerker naar de deur toe om bijvoorbeeld een arts of een mantelzorger binnen te laten. Dat is natuurlijk super onhandig en kost veel tijd. Nu kunnen medewerkers via de app gewoon zien wie er voor de deur staat, spreken met de bezoeker en de deur op afstand openen.”

Op sommige locaties van WLGroep is het zorgplatform uitgebreid met bakens voor dwaaldetectie. Die bakens herkennen bewoners aan hun sensor en bepalen dan wie welke bewegingsvrijheid krijgt. Met name bewoners met beginnende dementie geeft dit veel meer vrijheid, constateert Van Yperen. “De ene cliënt kan zonder begeleiding de straat op. De ander kan overal in het gebouw en in de afgeschermde tuin komen. En de derde mag niet verder dan de eigen afdeling. Zo kun je cliënten met dementie de maximale vrijheid bieden die bij ze past.”

Personeel ontlasten
Met name in de coronaperiode leverde deze manier van werken veel voordelen op, vertelt Van Yperen. “Op de locaties waar we werken met multisensoren was veel meer rust omdat medewerkers pas de kamer van een bewoner in gaan als dat echt nodig is. Ze kunnen op de beelden zien of deze slaapt of wakker is of hoe het met zijn benauwdheid gesteld is. Op afdelingen zonder multisensoren moesten medewerkers zich bij een coronapatiënt eerst helemaal in een beschermend pak hijsen om te constateren dat iemand tevreden lag te slapen.”

Mede omdat de personeelstekorten almaar groter worden, is het de droom van beide heren om alle zorg/woonlocaties voor ouderen uit te rusten met deze zorgtechnologie. “Dat kost wat, want deze technologie is niet goedkoop. Maar het draagt bij aan beter op de bewoner afgestemde zorg en we ontlasten het personeel ermee”, zegt Van Baar.

Ook kijken de twee welke ervaringen in de ouderenzorg vertaald kunnen worden naar de gehandicaptenzorg en vice versa. “Dat is het voordeel van de fusie tussen Wilgaerden en LeekerweideGroep. Er vindt nu al allerlei kruisbestuiving plaats, zowel tussen cliënten als tussen medewerkers. Op het gebied van technologie lerende verschillende organisatieonderdelen veel van elkaar”, meent Van Yperen.

Impact meetbaar maken
Daarnaast wil de organisatie nog betere rapportages maken, zodat zorgpersoneel ook ziet wat de invloed is van bepaalde interventies. Van Baar vat het samen als datagedreven werken en geeft een voorbeeld: “We zien dat door het cameratoezicht ’s nachts de nachtrust van bewoners is verbeterd. Daardoor zijn ze overdag fitter en hebben meer zin om mee te doen aan dagactiviteiten. Soms daalt zelfs het medicatiegebruik. Nu hebben we nog niet de mogelijkheid om hier geïntegreerd over te rapporteren. De data staan in verschillende systemen, soms in vrije tekstvelden. Hier vallen nog stappen in te maken.”

WLGroep werkt toe naar een toekomst waarin zorgmedewerkers niet alleen in hun dagelijkse werk worden ondersteund, maar waarin technologie ze ook helpt om vooruit te kijken en voorspellingen te doen. Van Baar geeft nog een voorbeeld: “Er zijn al camera’s die bewegingspatronen kunnen analyseren. En er zijn camera’s met gezichtsherkenning. Mijn droom is dat we die camera’s in de gangen ophangen en dat medewerkers dan volautomatisch in het ECD de waarschuwing zien: meneer Janssen loopt instabieler, zijn valrisico is met zoveel procent toegenomen. Of: mevrouw Pietersen toont sinds drie dagen onrustig gedrag, is er drie dagen geleden iets veranderd in haar medicatie?”

Beide heren zouden deze technologie graag toepassen. “Maar we moeten de kosten uiteraard goed afwegen tegen de opbrengsten. Bovendien moeten we goed kijken welke doelgroep waar behoefte aan heeft. Want de situatie in een aanleunwoning is compleet anders dan op een afdeling waar mensen met dementie wonen. En dan praat ik nog niet eens over de verschillen tussen de ouderenzorg en de gehandicaptenzorg.”

Tot slot vragen dergelijke investeringen een hele goede voorbereiding, met intensieve gesprekken met medewerkers, bewoners en hun familie. “Iedereen moet ervan overtuigd zijn dat het waarde toevoegt, want anders wordt het niet gebruikt. En dat kunnen we ons niet permitteren, daarvoor zijn de investeringen te hoog”, zegt Van Baar. Kortom, niet alleen de toepassing van technologie, maar ook de businesscase is maatwerk.

 

Terug naar Nieuws